De Winawer – variant

Een paar weken geleden speelde ik mee in de interne competitie van de schaakburen in Heerenveen.

Ik mocht met wit tegen Rinze van den Berg. Van den Berg is een speler waar ik al vaak tegen heb gespeeld. De balans is in mijn voordeel, maar eenvoudig heb ik het over het algemeen nooit gehad tegen hem. Van den Berg bedient zich tegen e4 van het frans. Hoewel ik niet vaak frans speel, vind ik het wel een mooie opening.
Vooral de Winawer-variant heeft dan mijn belangstelling. Het is de mooiste variant van het frans.  Mijn aandacht voor deze variant werd al lang geleden aangewakkerd door de partij van Judith Polgar tegen Wolfgang Uhlman, Amsterdam 1990.  In die partij jaagt een klein meisje een oude kerel over de kling, Uhlman weet niet wat hem overkomt, en in het eindspel heeft Polgar ook door hoe het werkt en speelt het technisch en beheerst uit. een hele mooie partij.

Laten we na deze lofzang maar eens naar mijn Winawer tegen Rinze van den Berg kijken.

1. e4, e6  2. d4,d5  3. Pc3, Lb4  4. e5  wat je ook speelt, op de vierde zet, er zijn veel mogelijkheden, de tekstzet is bekend als dé belangrijkste test van 3…,Lb4.
4. …, c5  5. a3, Lxc3  6. bxc3, de opmaat naar een spannend potje, want het is moeilijk te beoordelen wie het meeste voordeel van de ruil op c3 heeft.
6. …, c4. In ‘de wereld van de schaakopening’ beoordeelt Paul van der Sterren dit als ‘enkel nog een schim uit een ver verleden’  Wanneer wit nu Dg4 gaat spelen, dan moet zwart een verzwakking als g6 of Kf8 toestaan.  Een betere zet is voor zwart 6. Pe7.

7. Dg4, g6  8. h4  In de database kom ik maar enkele partijen tegen met deze stelling en die zijn alle 5 gewonnen door wit.

8. …, f5 even overwoog ik om hier en passant te slaan, maar waarom zou ik een prima centrumpion van de hand doen en zwart een gratis ontwikkelingstempo op de koop toe geven. Ik voel meer voor dameruil en spelen met de lichte stukken.
9. Dg5, Dxg5  10. Lxg5   Fritz geeft hier aan, dat hxg5 beter is. Dat geloof ik direct, je kan dan de loper beschikbaar houden voor de diagonaal van a3-f8 en dan is hij een luis in de pels van de stukken op de damevleugel.
10. …, h6  11. Ld2, h5.  Wederom laat zwart het na om een stuk te ontwikkelen.

12. Lg5 (inmiddels bekend terrein), Ph6  13. Ph3, Pf7  14. Lf6, 0-0  15. Le2, Pd7  16. Pf4  Er staat een pion in op e6, en op g6. Dat wordt snoepen!

16. …, Kh7 17. Pxe6   in de snelle analyse bleek Fritz hier al een waardering van bijna +4 aan te geven.
17. …, Tg8 geen idee waarom.
18. Pc7, Tb8  19. Pxd5 daar gaat de volgende centrumpion richting het doosje. hoewel op het eerste gezicht het pionvorkje e5-e6 er ook leuk uitziet, slaat dan Pd7 op f6 en pion d5 is gedekt. daar moesten we dus maar niet op ingaan.
19. …, Te8  en nog lijkt het als of we een vorkje kunnenplaatsen. lijkt.  daarmee gooien we heel veel voordeel overboord. afblijven dus van die pion.

20. 0-0   en geen idee meer waarom ik niet ook de derde gratis pion mee nam op c4.
20. …, b5 en nu niet meer een gratis pion.
21. Lf3, Lb7  22. Lg5, Pxg5  23. hxg5, Te6  24. Tae1, Pb6  25. Pxb6 nu verwachtte ik Txb6 en dan Lopers ruilen op b7 en dan moeten die centrumpionnen de doorslag wel gaan geven.  Zwart had echter iets gevonden om de partij sneller uit te laten gaan. hier volgde het bijzonder zwakke
25. …, Lxf3 26. Pd7 en na enig denken gaf zwart het op. Dat is terecht. Deze manoeuvre kost minimaal een kwaliteit. het beste voor zwart is nog Td8, Pf6+ Txf6 gxf6 maar ook dan kan zwart zich aansluiten bij de club van Van Opgevenstein.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *